Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)

Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) aangenomen. Wat is de stand van zaken?

Gepubliceerd: 22-02-2019, laatst gewijzigd: 23-02-2019

De contouren van deze wet worden langzaam maar zeker duidelijk. Tijd voor een update over waar u straks mogelijk mee te maken krijgt als het gaat over de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB).

Het kabinet wil vast werk minder vast maken en flexwerk minder flex. In hun zoektocht dit te bereiken, is de volgende halte gepasseerd. De Tweede Kamer heeft namelijk op dinsdag 5 februari 2019 de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) aangenomen. Dat wil nog niet zeggen dat de kogel nu door de kerk is maar een belangrijke stap naar de vermoedelijke invoeringsdatum, 1 januari 2020, is genomen.

Verruimen ketenbepaling

Het voorstel is om de opeenvolging van tijdelijke contracten (de ketenbepaling) te verruimen. Nu mag je als werkgever aansluitend drie tijdelijke contracten in twee jaar tijd aangaan, het voorstel is dat dit weer drie jaar wordt. De onderbreking van zes maanden in de ketenbepaling blijft gelijk (een cao kan hiervan afwijken).

Verlagen transitievergoeding

De transitievergoeding wordt verlaagd. Dat klinkt mooi maar hier staat tegelijk tegenover het recht dat de transitievergoeding reeds vanaf de eerste dag van het dienstverband aan de orde is. Dus niet meer vanaf twee jaar.

Cumulatiegrond bij ontslag

Wat terugkomt is de zogenoemde cumulatiegrond bij ontslag. Nu is het nog zo dat de Kantonrechter alleen kan ontbinden wanneer ten minste één van de aangedragen gronden “voldragen” is, dat wil zeggen voldoende ernstig om te kunnen ontbinden. Straks kunnen meerdere “halve” (niet voldragen) ontslaggronden worden aangedragen die samen voldoende zijn om een ontbinding te kunnen rechtvaardigen. Denk bijvoorbeeld aan slecht functioneren met als gevolg een verstoorde arbeidsrelatie. Bezint dan wel eer ge begint, want de kantonrechter kan bij een ontbinding waar meerdere ontslaggronden noodzakelijk zijn de transitievergoeding verhogen met maximaal 50%.

Oproepovereenkomst

Het voornemen is om de oproepovereenkomst in de wet op te nemen. Tevens worden er voor de oproepkracht zekerheden ingebouwd. De werkgever moet de werknemer ten minste 4 dagen van te voren oproepen. Als dit niet tijdig (en schriftelijk of per e-mail) gebeurt, dan hoeft de werknemer geen gehoor te geven aan de oproep. Bij Cao kan hiervan worden afgeweken (tot minimaal 24 uur van tevoren). Als een eenmaal gedane oproep binnen 4 dagen weer wordt ingetrokken, dan behoudt de oproepkracht zijn recht op loon over de periode waarvoor hij was opgeroepen. Na 1 jaar heeft de oproepkracht recht op een arbeidsovereenkomst voor het aantal uur dat hij het jaar ervoor gemiddeld heeft gewerkt. Voor bedrijven die vooral te maken hebben met seizoenswerk, dan wel werk dat vanwege het klimaat slechts seizoensmatig kan worden aangeboden (denk aan campings, horeca en de oogsten bij land- en tuinbouwbedrijven) kan per Cao worden afgeweken van de verscherpte regelgeving

WW-premie

De hoge WW-premie bij contracten voor jongeren onder de 21 jaar die ten hoogste twaalf uur per week werken is ook niet meer aan de orde.

Proeftijd

De verlenging van de proeftijd tot maximaal 5 maanden bij contracten voor onbepaalde tijd is geschrapt. Er heerste de vrees dat werkgevers massaal de arbeidsovereenkomst bij het bereiken van het einde van de proeftijd zouden beëindigen. Om het lot niet te tarten is deze regeling, ook onder druk van de vakbonden, geschrapt.

Payroll

De payroller heeft recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als de eigen werknemers van de inlener. Nu is dat veelal per CAO afgesproken, de zogenoemde inlenersbeloning.

Scholingsregeling voor MKB

Tijdens de behandeling van de WAB in de Tweede Kamer dienden de coalitiepartijen een motie in voor extra geld voor scholing in het MKB. Deze scholingsregeling, die door een overgrote meerderheid van de partijen werd gedragen, biedt het MKB een scholingsbudget om werknemers tijdens hun loopbaan te laten ontwikkelen. De regeling omhelst een structureel budget De uitwerking van de regeling volgt en zal zich onder andere ook richten op het creëren van bedrijfsscholen.

Een pot van € 12 miljoen staat klaar voor seizoenswerkers in de land- en tuinbouw, horeca en recreatie. Werkgevers in deze sectoren zullen dit geld ontvangen als tegemoetkoming in de loonkosten voor werknemers die een beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen. Doel is om in de seizoenssectoren duurzamere arbeidsovereenkomsten te krijgen.

Zelfstandigen

De positie van zelfstandigen is ook een belangrijk aandachtspunt. Hier zijn vooralsnog geen concrete wijzigingen te vermelden. Het kabinet heeft deze discussie losgekoppeld van de aanpassingen voor de medewerkers in loondienst. Wel heeft het kabinet een commissie regulering werk ingesteld, die ook de positie van zelfstandigen onderzoekt en met aanbevelingen zal komen.